Oplaadmodule NiMH-batterijen (NIUP11TA)

USB-bescherming: Wanneer meerdere accu's worden opgeladen, moet de USB-voeding een hoge stroom leveren. Om ervoor te zorgen dat de USB-voeding niet wordt beschadigd, biedt de NIUP11TA USB-stroombeveiliging. Als de spanning van de USB-voeding tot een bepaalde drempel daalt, wordt de laadstroom verlaagd om de USB-voeding te beschermen. Als de spanning van de USB-voeding toeneemt, wordt de laadstroom ingesteld op de maximale waarde.

Kortsluitbeveiliging: De NIUP11TA kan op intelligente wijze detecteren of de uitgang is kortgesloten en een fout aangeven. De NIUP11TA staat langdurige kortsluitingen aan de uitgang toe zonder de circuits en de USB-voeding te beschadigen.

Batterijbeveiliging: Als de batterijspanning hoger is dan 1,35 V, wordt aangenomen dat de batterij bijna vol is. De accu wordt niet opgeladen en het indicatielampje gaat uit om te voorkomen dat de capaciteit van de accu afneemt door het geheugeneffect van de accu. Na het aansluiten van de accu wordt het aantal accu's bepaald. Als het voltage niet binnen het juiste bereik ligt, wordt het oplaadproces niet uitgevoerd.

Laadproces:

1) De geplaatste accu herkennen

Wanneer de acculader wordt ingeschakeld, wordt automatisch herkend of er een accu is geplaatst of niet. Nadat de nul-volt batterij is herkend, wordt het apparaat automatisch geactiveerd. Als er kortsluiting wordt gedetecteerd, wordt er een fout weergegeven. Als het aantal batterijen niet overeenkomt met het circuit, wordt een foutmelding weergegeven. Zodra de juiste batterij is geplaatst, wordt het normale laadproces uitgevoerd.

2) Voorladen

Als de aangesloten accu minder dan 1 V heeft, betekent dit dat de accu te ver ontladen is. De accu wordt voorgeladen met een lage stroom (100 mA) om schade aan de accu te voorkomen. Het voorladen wordt gestopt zodra de spanning van de individuele cel hoger is dan 1 V.

3) Snelladen

Als de spanning van de aangesloten accu hoger is dan 1 V, betekent dit dat de accu de voorlaaddrempel heeft overschreden en snelladen mogelijk is. Voor snelladen moet de stroom worden geregeld tot 250 mA.

4) Druppelladen

Om de zelfontlading van de batterij te compenseren, wordt druppelladen (40 mA) geactiveerd aan het einde van het laadproces. Het indicatielampje gaat uit als druppelladen is geactiveerd.

5) Batterijverwijdering herkennen

Wanneer het laden wordt gestart, voert het systeem een batterijverwijderingstest uit. Als herkend wordt dat de batterij verwijderd is, wordt de volgende laadcyclus gestart.